Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo zijn ook de knechten des konings gekomen, om onzen heer, den koning David, te [60]zegenen, zeggende: Uw God make den naam van Salomo [61]beter dan uw naam, en make zijn troon groter dan uw troon; en de koning heeft [62]aangebeden op de slaapstede. 60. Dat is, om hem geluk toe te wensen over de inhuldiging zijns zoons Salomo in het koninklijk ambt. 61. Dat is, treffelijker, heerlijker, beroemder. 62. Versta dit van een religieusen eerbied, dien hij deed om God te danken, dat Hij zijn beloften aan Salomo vervuld had, en om hem te bidden dat Hij hem in zijn regering wilde zegenen. Vergelijk Gen.47:31, en zie Gen.24:26.